In een onderwijssituatie komen projecten voor van een aantal weken. De projectleden zijn de betrokken studenten. In het te gebruiken voorbeeld wordt uitgegaan van een groep van 5 studenten en worden gefingeerde namen genomen. Bij het project zijn ook meerdere docenten betrokken, en kunnen ook mensen van buitenaf betrokken worden. Daarnaast moet er overleg gepleegd worden met de andere projectgroepen van de klas. Ook kan het zijn dat je bedrijfsmiddelen inzet. Aan deze inzet kunnen kosten verbonden zijn. Het doel van deze cursus is niet een volledige uitwerking te geven, maar richtlijnen hoe te werk te gaan. Je eigen projectstructurering en fasering kan dus geheel anders zijn, maar veel facetten zullen ook in jouw project terugkomen.

Als voorbeeld wordt de projectorganisatie van een evenement genomen. Van jou en je medestudenten wordt verwacht dat jullie een draaiboek maken voor de organisatie van bv. Een pop festival. Dat je voor dit draaiboek ook MS Project kunt gebruiken is vanzelfsprekend, maar daar gaat het in deze cursus niet om. Het is de bedoeling dat je je eigen werkzaamheden en die van de andere leden van je projectgroep plant en gaat beheersen.

De opbouw van het project is als volgt:

Het project duurt 18 weken. Twee periodes van 7 weken met daartussen en daarna twee tentamen periodes.
Voor het project moeten beroepsproducten gemaakt worden, die ieder een deadline hebben. Je start bv. met het maken van een situatieanalyse die in week 3 van periode 1 ingeleverd moet worden. In week 7 moet een masterplan ingeleverd worden. In de periode 2 vindt er geregeld afstemmingsoverleg tussen de groepen plaats waarvan een moment beoordeeld wordt. De overige beroepsproducten zijn het draaiboek en het einddebat. Individuele toetsen worden buiten beschouwing gelaten, maar ondersteunende lessen worden wel meegenomen.
Klik op onderstaande tekening om een korte impressie van wat Projectmanagement is en kan te krijgen.